Closed captioning (CC) is in wezen hetzelfde als gewone ondertiteling. De term “closed captioning” ontstond in de Verenigde Staten tijdens de overgang van analoge naar digitale televisie — en zelfs al eerder. Het verwijst naar ondertitels die afzonderlijk van het videobeeld worden uitgezonden, en die de gebruiker zelf kan in- of uitschakelen.
Het ontstaan van closed captioning
In het analoge televisietijdperk gebruikten sommige zenders twee gescheiden signalen: één voor het beeld en één voor de ondertiteling. De kijker kon zelf bepalen of hij de ondertitels wilde aanzetten. Zo ontstond in de VS het concept van closed captioning — verborgen ondertitels die je kunt inschakelen wanneer nodig. In die tijd was dit echter niet wijdverbreid, omdat het speciale televisies met dubbele ontvangers en een systeem om de signalen te combineren vereiste. Met de komst van digitale televisie, die vanaf het begin de mogelijkheid bood om ondertitels uit te zenden, werd de term CC (Closed Captioning) stevig ingeburgerd in de VS, omdat het kijkers volledige controle over de ondertiteling gaf.
Het begrip CC in andere landen
In de Verenigde Staten is de term CC goed bekend en wordt hij zelfs in wetgeving gebruikt. In andere landen, zoals in Europa, is de term minder bekend, omdat men daar meer gewend is aan het traditionele begrip “ondertiteling”.
Is er een verschil tussen closed captioning en gewone ondertiteling?
De bewering dat closed captioning superieur zou zijn aan gewone ondertiteling is een misvatting. Deze overtuiging verspreidde zich via het internet toen verschillende websites foutieve informatie begonnen te herhalen, zoals het idee dat CC niet alleen dialogen toont, maar ook omgevingsgeluiden. Aangezien veel automatische systemen ook informatie van het internet halen, werd deze fout nog wijdverspreider.
Het is echter belangrijk te begrijpen dat closed captioning en klassieke ondertiteling identiek zijn.