Wi-Fi werkt op twee hoofd frequenties: 2,4 GHz en 5 GHz. Moderne routers gebruiken meestal beide frequenties en hebben twee onafhankelijke zenders. Wanneer je verbinding maakt met je netwerk, kun je mogelijk twee aparte SSID (netwerk namen) zien: bijvoorbeeld (Router Naam) voor de 2,4 GHz-band en (Router Naam_5G) voor de 5 GHz-band.
De 2,4 GHz-frequentie biedt ongeveer twee keer zoveel dekking als de 5 GHz, wat het ideaal maakt voor het bestrijken van grote gebieden. Het heeft echter snelheidsbeperkingen, met een snelheid van ongeveer 100 Mbps. Aan de andere kant biedt de 5 GHz-band hogere snelheden, die kunnen variëren afhankelijk van de specifieke chip die in je router wordt gebruikt en kunnen oplopen tot meerdere GHz.
Als je in bepaalde kamers van het huis onbetrouwbare verbindingen ervaart, kan het simpelweg verplaatsen van de router misschien niet tot significante verbeteringen leiden. Een praktischer oplossing zou zijn om een extra router te installeren die is ingesteld in repeater-modus. Dit kan de Wi-Fi-dekking aanzienlijk verbeteren. Je kunt de hoofdrouter bijvoorbeeld op een centrale locatie plaatsen, zoals het toegangspunt van de internetverbinding van je huis, en de repeaters op strategische plaatsen, zoals de garage of op de tweede verdieping.
Factoren die het bereik van Wi-Fi beïnvloeden:
- Fysieke obstakels: Muren, meubels en andere objecten kunnen het signaal absorberen of verzwakken. Dit geldt vooral voor beton- of bakstenen muren en spiegels, die het signaal kunnen weerkaatsen.
- Elektromagnetische interferentie: Er zijn maar weinig apparaten in particuliere woningen die de Wi-Fi-prestaties kunnen beïnvloeden.
- Type en locatie van de antennes: De externe antennes van de router moeten zo worden gericht dat het signaal zo efficiënt mogelijk wordt verspreid. Je moet misschien experimenteren door de antennes te draaien.
- Locatie van de router: De router moet bij voorkeur hoger worden geplaatst, vermijd het plaatsen op de vloer.