Tegenwoordig heeft bijna ieder huishouden zijn eigen Wi-Fi-netwerk. Met één router kun je al je apparaten tegelijk verbinden met het internet, zonder dat daar een kabel aan te pas komt. Handig, snel en efficiënt.
Maar er zit ook een keerzijde aan deze vrijheid. Je Wi-Fi-netwerk kan namelijk gehackt worden. En als iemand eenmaal toegang heeft tot je netwerk, kan diegene in het slechtste geval ook je verbonden apparaten binnendringen. Denk aan je smartphone, laptop of slimme apparaten zoals je smart-tv.
Wat is gast-Wi-Fi eigenlijk?
Stel je voor: je organiseert een feestje, en iedereen wil natuurlijk even op het internet. Maar het idee om je eigen Wi-Fi-wachtwoord met iedereen te delen, voelt niet helemaal prettig. Terecht! Want zelfs als je je vrienden vertrouwt, kunnen hun apparaten ongemerkt besmet zijn met virussen of malware. Eén verkeerd apparaat kan je hele netwerk in gevaar brengen.
Daarom is er gast-Wi-Fi: een aparte internetverbinding via jouw router, speciaal bedoeld voor bezoekers. Dit netwerk is volledig gescheiden van jouw eigen verbinding en zorgt ervoor dat jouw persoonlijke apparaten beschermd blijven tegen mogelijke bedreigingen.
Hoe werkt het?
Hoewel gasten gebruikmaken van dezelfde router als jij, worden hun apparaten verbonden met een aparte digitale “deur”. Ze krijgen internettoegang, maar kunnen niet bij jouw apparaten of bestanden. Zo blijft je hoofdnetwerk veilig, terwijl je je gasten toch gewoon online laat gaan.
Hoe veilig is gast-Wi-Fi?
Gastnetwerken zijn op dit moment een van de veiligste manieren om je internet te delen. Zelfs als het apparaat van je gast geïnfecteerd raakt, heeft dat geen invloed op jouw slimme apparaten. Vooral apparaten zoals smart-tv’s, slimme deurbellen of beveiligingscamera’s zijn kwetsbaar voor cyberaanvallen — dus bescherming is geen overbodige luxe.
Een gastnetwerk instellen: zo gepiept
Gelukkig is het instellen van zo’n netwerk vrij eenvoudig en duurt het maar een paar minuten. Volg deze stappen:
- Open je browser op een apparaat dat met je router is verbonden (zoals je laptop of telefoon) en typ het IP-adres van je router in de adresbalk. Vaak is dat
192.168.0.1of192.168.1.1. Je kunt het IP-adres ook vinden op een sticker onderop je router of in de handleiding. - Log in als beheerder. De gebruikersnaam en het wachtwoord staan meestal ook op diezelfde sticker of in de handleiding.
- Zoek naar de optie voor gastnetwerken. Dit staat vaak onder ‘Gastnetwerk’, ‘Guest Network’ of ‘Draadloze instellingen’.
- Schakel het gastnetwerk in. Meestal doe je dit met een simpele schakelaar of een selectievakje.
- Kies een naam (SSID) voor het netwerk. Je router stelt vaak automatisch iets in als ‘JouwNetwerk_Guest’, maar je kunt zelf ook iets verzinnen.
- Stel een wachtwoord in. Gebruik niet hetzelfde wachtwoord als dat van je hoofdnetwerk. Kies liever een kort en makkelijk te onthouden wachtwoord voor je gasten.
- Sla de instellingen op. Je gastnetwerk is nu actief en klaar voor gebruik.
Waarom ook je gastnetwerk een wachtwoord nodig heeft
Een open gastnetwerk lijkt misschien handig, maar het is niet veilig. Zonder wachtwoord kan iedereen in de buurt je netwerk gebruiken — en dat is precies wat je níét wilt. Met een simpel wachtwoord houd je toch controle, zonder dat het onhandig wordt voor je gasten.
